zondag 28 oktober 2012

JORDENS NIET OP DE TEFAF


In deze dagen waarin we in de media gul worden onthaald op beelden van de TEFAF, en de onvermijdelijk daarbij behorende opsomming van bezoekersaantallen, topprijzen en recordomzetten, wil ik graag uw aandacht vragen voor een kunstwerkje dat, laten we wel wezen, bijna niks waard is.


Een oud lijstje, ook nog met waterschade aan het passe-partout, en daarin een houtsnede van een meisjeskopje. Een prachtig portretje, dat wel. In expressionistische stijl, misschien wel Ploeg, ben je geneigd te denken. Niet gesigneerd, maar prominent boven in beeld de letters MMB. In eerste instantie denk je in zo´n geval dat dat de initialen van de kunstenaar wel zullen zijn. Ik kon echter zo gauw niemand bedenken met die voorletters, en bovendien, het klopte ergens niet. Er zijn natuurlijk een hoop kunstenaars geweest die in het beeld signeerden met hun initialen (Jan Mankes, om maar iemand te noemen), maar deze waren op een of andere manier buiten proportie. Alleen een kunstenaar met een absolute grootheidswaanzin zou zijn eigen voorletters op dit formaat, en op deze plek, in een houtsnede opnemen. Je wordt nieuwsgierig en natuurlijk maak je na een poosje toch de achterkant los en haal je de prent uit de lijst. En ja hoor, daar stond het, in drukletters: ´J.G. Jordens, "Mintje", houtsnede voor: De Kroniek´. Het was een pagina die uit een tijdschrift was gescheurd, niet eens erg netjes, met op de achterkant een prent van Willem van den Berg, maar die was doorgekrast, om duidelijk aan te geven om welke kant het ging. Weinig subtiel, maar wel terecht. Want zo saai als Van den Berg was, zo mooi was Jordens.

Jan Jordens werd lid van De Ploeg in 1916, enkele weken nadat de kunstkring was opgericht. Hij was tekenleraar, eerst in Warffum en later aan het Stedelijk Gymnasium in Groningen. Hij schijnt een hele goede leraar geweest te zijn, die een vernieuwend soort tekenonderwijs aanhing, dat zijn weerslag vond in de drie deeltjes linoleumsneden die zijn leerlingen onder zijn inspirerende leiding maakten en die gedrukt werden bij Werkman. Jordens maakte vaak portretten van zijn, vrouwelijke, leerlingen. In het boekje De Ploeg en het exlibris wordt Johan Dijkstra aangehaald, die in 1931 sprak van ´Jordens [...], bewonderaar van vrouwelijk schoon, die zeker gauw aan zijn duizendste vrouwenkoplitho toe is´. Maar dat zal wel jaloezie geweest zijn.

Het schijnt trouwens dat hij (Jordens, niet Dijkstra) een keer officieel berispt is nadat hij in een compromitterende situatie met een leerlinge in het Sterrebos was aangetroffen. Tegenwoordig zou hij waarschijnlijk op staande voet zijn ontslagen, of in ieder geval onmiddellijk op non-actief zijn gesteld. Maar blijkbaar had men daar in die tijd daar iets rekkelijker opvattingen over. Hoe dan ook, de MMB in de houtsnede zullen wel de initialen van ´Mintje´ zijn geweest. Of misschien heette het lieve kind gewoon ´Mientje´, maar was de zetter er even niet helemaal bij. Mina Magdalena nog wat, we zullen het nooit weten. Ze was in ieder geval mooi genoeg om haar leraar te verleiden tot een portret. Goed zo.





Ik heb trouwens nog een ander meisjesportretje van Jordens, schiet me nu binnen. Ook een leerlinge, en nu zelfs met naam en toenaam. Rond 1922 maakte Jordens een in blauw gedrukt exlibris voor zichzelf, met een afbeelding van een jonge vrouw met een diadeem op het voorhoofd. Ze heette, volgens Cees Hofsteenge en Anne de Boer in het eerder genoemde boekje, Henny Eijkman. Maar daar blijft het bij, helaas. Raar toch, dat je (of althans ik) in zo'n geval benieuwd wordt naar een foto, die er natuurlijk niet is.

De beginjaren van De Ploeg, toen deze portretjes werden gemaakt, liggen lang achter ons. Jordens is dood (hij stierf in 1962), en Mintje en Henny ook, mogen we aannemen. Maar toch ook weer niet.

Wat zei Shakespeare ook al weer: ´My verse your virtues rare shall eternize ...´ En dat hebben poezie, en fotografie, en beeldende kunst gemeen. Tegen de vergankelijkheid.


[Dit stuk werd eerder gepubliceerd op de Prentwerk website. Beide portretjes zijn inmiddels verkocht, en bij nader inzien spijt dat mij zeer. Maar dat heb je soms.]