zaterdag 2 april 2016

RUBEN TERLOU LANGS DE OEVERS VAN DE YANGTSE



Wie wel eens in een boekhandel komt, ziet daar geregeld stapels boeken liggen met op de omslag prominent een sticker met de tekst ‘Gezien op DWDD’ of ‘Aanbevolen door DWDD boekenpanel’. Zijn de boeken met een DWDD-sticker dus beter dan andere? Nee, natuurlijk niet. Maar ze worden daardoor wel beter verkocht. Cultuuroptimisten zullen tevreden opmerken dat er nu eindelijk, na jaren vruchteloos ploeteren met slecht bekeken kunst- en boekenprogramma’s, een formule is gevonden die kunst en literatuur met success onder de aandacht brengt van een breed publiek. En daar valt iets voor te zeggen. Maar de stickers illustreren ook dat het success van een boek of een tentoonstelling tegenwoordig niet meer in de eerste plaats wordt bepaald door de kwaliteit, maar vooral door de hoeveelheid media-aandacht die de uitgever of het museum weet te genereren. Voor de schrijver, kunstenaar of fotograaf die weet door te dringen tot het dagelijkse televisiecircus van Matthijs van Nieuwkerk is succes gegarandeerd. En wie niet interessant of  mediageniek genoeg wordt bevonden heeft pech gehad.

Heel verwonderlijk was het dan ook niet dat het pand van Noorderlicht bij de opening van de tentoonstelling Langs de oevers van de Yangtse van Ruben Terlou afgeladen vol was. De gelijknamige televisieserie heeft van Terlou, ook tot zijn eigen verbazing, in korte tijd een Bekende Nederlander gemaakt en daarvoor willen veel mensen blijkbaar toch wel even op het Aakerkhof gaan kijken. De enkele licht cynische opmerking die hier en daar te horen was, is dan ook niet helemaal  onbegrijpelijk. Noorderlicht organiseert al jaren kwalitatief goede tot zeer goede exposities van prominente fotografen, waarvan de openingen doorgaans niet meer dan een handjevol bezoekers trekken. Maar dat zegt misschien meer over de tijdgeest dan over de tentoonstelling.

In zijn openingswoord vertelde Ruben Terlou uitgebreid over zijn ervaringen, waarbij de nadruk meer lag op de totstandkoming van de televisieserie dan op de foto’s, en ook de vragen uit de zaal gingen hoofdzakelijk daarover. Dat is een complicerende factor bij deze tentoonstelling. Het is moeilijk om het getoonde werk los te zien van de televisieserie, want veel foto’s, bijvoorbeeld die van de zelfmoordbrug en de zelfbenoemde brugwachter die tracht potentiële suïcidalen van een wanhoopsdaad te weerhouden, krijgen een context door de serie, waarin mensen uitgebreid aan het woord komen en het totaalbeeld indringender wordt dan op een individuele foto. Maar met name de portretten hebben die context niet per se nodig en zijn ook zonder het verhaal erachter af en toe erg fraai. 

Terlou stelde zich tot doel China te portretteren in een tijdperk van snelle verandering, om de ontwrichtende uitwerking vast te leggen die een geforceerde economische groei heeft op het dagelijks leven van gewone Chinezen. En dat levert, na een aantal plezierige zondagavonden, ook een boeiende tentoonstelling op.