Een van de meest interessante lots in de nieuwe NRC-kunstveiling,
die afgelopen week door veilinghuis Adams op Invaluable is gepubliceerd, is,
zeker voor Noordkunst-liefhebbers, dit houten doosje dat Thijs Rinsema in het
midden van de twintiger jaren van de vorige eeuw maakte. Het wordt omschreven
als ‘Superb Merz/Dada collage box by Schwitters and Rinsema’, en hoewel op die
beschrijving weinig valt af te dingen, is het misschien toch interessant om het
eens nader te bekijken.
Het verhaal van de gebroeders Rinsema en de legendarische
Dada-tijd in Drachten mag, hoop ik, als bekend worden verondersteld. In de
verslagen valt te lezen hoe Kurt Schwitters tijdens zijn bezoeken aan Drachten
vaak samen met Thijs Rinsema de straat opging om allerlei papiertjes te zoeken,
die vervolgens werden uitgestort op de keukentafel om te worden verwerkt tot
zgn. Merz-collages. Beide mannen werkten zij aan zij, becommentarieerden
elkaars ontwerpen en leenden materialen, zodat het uiteindelijk vaak moeilijk
was om vast te stellen op wiens naam een werk moest worden gesteld. In het verlengde hiervan maakten ze ook de
befaamde doosjes, of ‘Kästchen’, zoals Schwitters ze noemde. In Drachten werd de hulp ingeroepen van een
plaatselijke meubelmakerij, die uit multiplex kleine kistjes maakte die vervolgens
door Rinsema en/of Schwitters met papier werden beplakt. Daarna werden ze
teruggebracht naar de meubelmaker, waar met groot vakmanschap de papieren ontwerpen
werden omgezet in collages samengesteld uit verschillende soorten en kleuren hout.
Daarbij komt dat dit exemplaar een onberispelijke provenance
heeft. Rinsema’s kleinzoon geeft in zijn boek Thijs Rinsema: eigenzinnig en
veelzijdig (2011) een uitgebreid verslag van de geschiedenis van het object. Het
werd ooit rechtstreeks uit de Rinsema-nalatenschap verworven door Thom Mercuur voor
het Fries Museum, en werd van daaruit onder meer uitgeleend voor de grote
tentoonstelling Tendenzen der Zwanziger Jahre die in 1977 in Berlijn werd
gehouden. Daar trokken de doosjes de aandacht van kunstverzamelaar Co de Koning,
die kunsthandelaar Adriaan Venema opdracht gaf voor hem uit te kijken naar zo’n
doosje. Maar toen Venema hem een poosje later een aanbod deed, besloot hij toch
van de koop af te zien. Hij vond het doosje in kwestie minder mooi dan het
exemplaar dat hij eigenlijk had willen hebben. Een poos later besloot Mercuur
echter dat hij voor het Fries Museum geld nodig had en Rinsema-een doosje wilde
verkopen. Hij benaderde Venema, die op zijn beurt De Koning inlichtte. Die liet
zich deze onverwachte tweede kans niet ontgaan en kocht het ter plekke. Ondanks
het feit dat hem onmiddellijk een veel groter bedrag werd geboden, hield hij het
in zijn bezit. Tot nu.
De Konings aanvankelijke bedenkingen zijn wel begrijpelijk. Dit
exemplaar lijkt met zijn sobere vlakverdeling dichter te staan bij de Stijl dan
bij de extravagantie van Dada. De duidelijker door Schwitters geïnspireerde
ontwerpen, vaak met onregelmatiger vormen en letters, zijn aantrekkelijker en
kunsthistorisch interessanter (zie bijvoorbeeld het YouTube-filmpje hieronder).
Misschien zou je zelfs kunnen zeggen dat het daarom meer voor de hand ligt om
dit doosje toe te schrijven aan Rinsema alleen. Maar de doosjes kwamen voort,
zoals gezegd, uit een periode van nauwe samenwerking, zodat de nadrukkelijke vermelding
van Schwitters (al was het alleen maar om veilingtechnische redenen) niet
onterecht genoemd kan worden.
Als je kon kiezen, was de keus niet echt moeilijk. Maar helaas, die keuze is er niet. Op de kunstmarkt moet je het doen met wat er is. En dat er iets is, is in dit geval al heel opmerkelijk.
De veiling wordt voor NRC verzorgd door Veilinghuis Adams in Amsterdam, en wordt gepubliceerd op Invaluable, waar u kunt inloggen en online meebieden. De startprijs bedraagt 4000 euro.