Met een opbrengst van ruim 52000 euro, waarvan Museum
Belvedere zo’n 42000 overhoudt is de Jan Mankes veiling van Museum Belvedère is
een overweldigend succes geworden. Dat heeft misschien niet eens zozeer te
maken met het aangeboden werk, dat in alle opzichten uiterst gevarieerd was.
Maar het zegt wel iets over de betrokkenheid van veel mensen in het noorden bij
het museum. In een tijd waarin musea hoofdzakelijk worden beoordeeld op bezoekersaantallen
en economische meerwaarde heeft een klein museum als Belvedère het zwaar, juist
omdat het belang van het museum voor de regio niet onmiddellijk in harde
cijfers kan worden vertaald. De belangrijkste functie van Museum Belvedère voor
Friesland, en in feite voor Noord-Nederland, is die van een centrum voor
beeldende kunst, een trefpunt en een platform voor al die kunstenaars die leven
en werken in een gebied waar de grotere musea zich niet of nauwelijks om de
hedendaagse kunst uit de eigen omgeving bekommeren. En daarmee levert Museum Belvedère
een belangrijke bijdrage aan het culturele klimaat in een deel van Nederland
dat in dat opzicht toch al niet rijkelijk bedeeld is. Het is te hopen dat gemeentes,
provincies en subsidieverlenende instanties gaan beseffen dat deze rol, hoe
rekenkundig ongrijpbaar ook, van essentieel belang is voor het lokale
kunstklimaat en daarom genereuze en structurele steun verdient.
zondag 30 oktober 2016
donderdag 27 oktober 2016
DE MAN MET DE LANGE OREN, EEN KUNSTVERTELLING
Curieus, curieus. Gisteren gevonden in een bevriend antiquariaat: een ansichtkaart, zwartwit, met daarop Sjoerd de Vries te midden van twee mannenportretten, of beter herenportretten, en een lege lijst die hij nadrukkelijk omhooghoudt. Uitgegeven door, uiteraard zou je bijna zeggen, het Tripgemaal Museum, Gersloot. Zijn oude makker Thom Mercuur. Nooit eerder tegengekomen.
Voor wie onbekend is met de ‘burgemeestersaffaire’ een korte uitleg. Begin zeventiger jaren kreeg Sjoerd de Vries in het kader van de Regeling Complementaire Arbeidsvoorzieningen Beeldende Kunstenaars, daarna bekend als BKR, de opdracht om drie portretten van Friese burgemeesters, de heren Brandsma, Harmsma en Van der Meulen. Geenszins uitzonderlijk, want portretopdrachten maakten deel uit van het gemeentelijk en provinciaal kunstbeleid. Het was een vorm van werkverschaffing, bedoeld om kunstenaars die onder de regeling vielen een basisinkomen te verschaffen. Een van hen was Sjoerd de Vries, die portretten maakte van schrijvers, bestuurders, museumdirecteuren. Het is niet de meest dankbare opdracht natuurlijk, het schilderen van plaatselijke notabelen, die hun beeltenis zo natuurgetrouw mogelijk en liefst ook nog enigszins flatteus op het doek willen zien. Maar de kachel moet branden. Dus schilderde De Vries portretten van obscure Friese schrijvers en dichters die al lang dood en vergeten zijn. Maar waar vele andere portrettisten terugzakken in een oninteressant realisme, hield Sjoerd de Vries vast aan zijn eigen stijl, en dat is ook de reden waarom die schilderijen hun onderwerp overleven. Het zijn de schilderijen die voortleven, niet de mensen die model stonden. En dat is voor een schilder een compliment.
Begin
jaren zeventig besluit het gemeentebestuur van Leeuwarden om drie naoorlogse Leeuwarder
burgemeesters door Sjoerd de Vries te laten vereeuwigen, voor de som van 3000
gulden per portret. De portretten van burgervaders Harmsma (1913-1966) en
Brandsma (1967-1983) leverden geen problemen op. Maar bij Van der Meulen
(1901-1993) ging het mis. De gepensioneerde magistraat is bitter teleurgesteld.
Het portret is ‘niet overeenkomstig de werkelijkheid’. De oren zijn te groot en
de haarkleur is afwijkend. Hij doet zijn beklag en als De Vries zijn
burgemeestersportretten wil exposeren, ontvangt hij een brief van B&W
waarin hem verboden wordt het portret van Van der Meulen ten toon te stellen.
Eerst moet het naar diens genoegen worden ‘verbeterd’, want hij vindt het
schilderij een ‘karikaturale afbeelding’. In een kort geding dat De Vries
aanspant wordt hij in het ongelijk gesteld en het schilderij wordt veilig
opgeborgen in het depot van het Fries Museum, onder de strikte conditie dat het
niet in het openbaar mag worden getoond.
In
1998 organiseert Thom Mercuur in het Tripgemaal Museum te Gersloot de tentoonstelling In
opdracht: portretten van Sjoerd de Vries. Bij de tentoonstelling wordt
een gebonden boekje uitgegeven in een oplage van 250 exemplaren, waarin door
verschillende auteurs uitgebreid wordt ingegaan op de ‘burgemeesterskwestie’.
Als frontispice wordt een foto van Sjoerd de Vries gebruikt waarop hij een lege
lijst omhooghoudt, ongetwijfeld om juridische problemen te vermijden. Maar wel
wordt een sticker bijgevoegd met een kleurenafbeelding van het portret van Van
der Meulen, dat op het witte vlak kan worden ingeplakt. Mercuur vindt dat er
eindelijk ‘recht moet worden gedaan’.
In
de rechtszaak bedong Van der Meulen dat zijn portret niet publiekelijk mocht
worden vertoond tot tien jaar na zijn dood. Hij overleed in 1993, en in 2003 werd het portret voor het eerst
tentoongesteld in het Fries Museum, in aanwezigheid van de kunstenaar. Het is
een merkwaardige vorm van poetic justice dat
'de man met de lange oren’ voor veel mensen in de eerste plaats in de
herinnering zal voortleven door dit schilderij, en door de manier waarop hij
zich tegelijk onsterfelijk en belachelijk maakte.
De
ansichtkaart is niet te koop; het boek Sjoerd de Vries: portretten opdracht
wel. Uiteraard bij Prentwerk.En
bezoekt u vooral de overzichtstentoonstelling van Sjoerd de Vries in Museum Belvedère,
Heerenveen/Oranjewoud, te zien is tot 7 januari 2017.
vrijdag 21 oktober 2016
HET BIEDEN OP DE VEILING IS GESTART
Vrijdag 21 oktober, 12 uur
Eindelijk, we kunnen online bieden op de 159 kunstwerken die worden aangeboden op de Jan Mankes veiling van Museum Belvedère. Voor wie niet tot de Catawiki regulars behoort, is het wel even zoeken in de eindeloze rij veilingen die wekelijks worden georganiseerd. Daarom hier de link die u direct naar de veiling brengt:
https://veiling.catawiki.nl/jan-mankes-kunstenaarsproject-veiling-voor-museum-belvedere
De veiling loopt af op zondag 30 oktober, vanaf 14 uur.
Happy bidding!
zondag 9 oktober 2016
DE BORSTEN VAN MATA HARI
Tijd voor iets heel anders. Vaste KFN-lezers weten dat ik, diep van binnen, het Fries Museum een warm hart toedraag. Daarom speciaal voor mijn veelgeplaagde Leeuwarder vrienden een stukje over een bijzonder blad dat ik onlangs in handen kreeg. Het is een nummer van het Duitse tijdschrift Die Schönheit uit 1927. Het blad is, volgens het colofon, een 'mit Bildern geschmückte Monatsschrift für Kunst und Leben', dat bestond van 1902 tot 1929. Een wat verhullende omschrijving, want het blad ging hoofdzakelijk over de Freikörperkultur, die altijd wat merkwaardige mix van nudisme en erotiek.
Wat dit nummer, in ieder geval in dit verband, speciaal maakt is dat er een uitgebreid artikel instaat over Mata Hari. De aanleiding, zo zie je als je wat bladert, was het verschijnen van de Duitse editie van het boek Mata Hari: das Geheimnis ihres Lebens und ihres Todes van E. Gomez Carrillo, waarvoor een paginagrote advertentie, met foto, is opgenomen.
Het artikel, van de hand van Friedrich Wender, telt maar liefst 22 pagina's, maar met slechts één grote foto van onze Margaretha in danskostuum. Meer foto's waren blijkbaar niet beschikbaar, want de overige pagina's worden verlucht met hele en halve naaktplaatjes die niets met het artikel uit te staan hebben. Dat is jammer, want er blijkt veel meer beeldmateriaal over Mata Hari te bestaan dan ik had gedacht. Een rondje Google levert veel exotische poses op, maar ook bijvoorbeeld mugshots van haar als verdachte en zelfs foto's van haar executie in 1917.
Wat me trouwens opviel bij die statiefoto',s was dat haar onderlichaam steevast naakt lijkt te zijn, maar dat ze altijd een rijk geornamenteerde bh blijft dragen, wat, in ieder geval naar huidige maatstaven, een ietwat ongebruikelijke combinatie is. Op een andere website over haar las ik dat ze een complex had over haar kleine borsten, en dat ze daarom aan mannelijke clientèle een verhaal ophing dat haar gewelddadige echtgenoot haar tepels had afgebeten. Onzin natuurlijk, maar te curieus om niet te vermelden. Maar dit terzijde.
Hoe dan ook, het blijft een bijzonder en uitermate zeldzaam tijdschrift. Een tweede exemplaar heb ik op het net zelfs in Duitsland niet kunnen vinden, en deze foto's zo gauw ook niet. En het is te koop.
Dus, vrienden van het Fries Museum, mocht u geïnteresseerd zijn, dan wil ik u dit tijdschrift graag voor een uiterst amicale prijs aanbieden. Heren, u heeft mijn nummer.
Abonneren op:
Posts (Atom)