Wie wel eens in een boekhandel komt,
ziet daar geregeld stapels boeken liggen met op de omslag prominent een sticker
met de tekst ‘Gezien op DWDD’ of ‘Aanbevolen door DWDD boekenpanel’. Zijn de
boeken met een DWDD-sticker dus beter dan andere? Nee, natuurlijk niet. Maar ze
worden daardoor wel beter verkocht. Cultuuroptimisten zullen tevreden opmerken
dat er nu eindelijk, na jaren vruchteloos ploeteren met slecht bekeken kunst-
en boekenprogramma’s, een formule is gevonden die kunst en literatuur met success
onder de aandacht brengt van een breed publiek. En daar valt iets voor te
zeggen. Maar de stickers illustreren ook dat het success van een boek of een
tentoonstelling tegenwoordig niet meer in de eerste plaats wordt bepaald door
de kwaliteit, maar vooral door de hoeveelheid media-aandacht die de uitgever of
het museum weet te genereren. Voor de schrijver, kunstenaar of fotograaf die
weet door te dringen tot het dagelijkse televisiecircus van Matthijs van
Nieuwkerk is succes gegarandeerd. En wie niet interessant of mediageniek genoeg wordt bevonden heeft pech
gehad.
Heel verwonderlijk was het dan ook niet
dat het pand van Noorderlicht bij de opening van de tentoonstelling Langs
de oevers van de Yangtse van Ruben Terlou afgeladen vol was. De
gelijknamige televisieserie heeft van Terlou, ook tot zijn eigen verbazing, in
korte tijd een Bekende Nederlander gemaakt en daarvoor willen veel mensen
blijkbaar toch wel even op het Aakerkhof gaan kijken. De enkele licht cynische
opmerking die hier en daar te horen was, is dan ook niet helemaal onbegrijpelijk. Noorderlicht organiseert al
jaren kwalitatief goede tot zeer goede exposities van prominente fotografen, waarvan
de openingen doorgaans niet meer dan een handjevol bezoekers trekken. Maar dat
zegt misschien meer over de tijdgeest dan over de tentoonstelling.
In zijn openingswoord vertelde Ruben
Terlou uitgebreid over zijn ervaringen, waarbij de nadruk meer lag op de
totstandkoming van de televisieserie dan op de foto’s, en ook de vragen uit de
zaal gingen hoofdzakelijk daarover. Dat is een complicerende factor bij deze
tentoonstelling. Het is moeilijk om het getoonde werk los te zien van de
televisieserie, want veel foto’s, bijvoorbeeld die van de zelfmoordbrug en de
zelfbenoemde brugwachter die tracht potentiële suïcidalen van een wanhoopsdaad
te weerhouden, krijgen een context door de serie, waarin mensen uitgebreid aan
het woord komen en het totaalbeeld indringender wordt dan op een individuele
foto. Maar met name de portretten hebben die context niet per se nodig en zijn
ook zonder het verhaal erachter af en toe erg fraai.
Terlou stelde zich tot doel China te
portretteren in een tijdperk van snelle verandering, om de ontwrichtende uitwerking
vast te leggen die een geforceerde economische groei heeft op het dagelijks
leven van gewone Chinezen. En dat levert, na een aantal plezierige zondagavonden,
ook een boeiende tentoonstelling op.